Van frituurvet naar biodiesel

Bron: Leeuwarder Courant, Dirk van der Meulen, 11 december 2010.

Patat is ongezond en vlees niet goed voor het milieu. Maar de consumptie ervan heeft ook een voordeel. Drie fabrieken maken biodiesel van frituurvet en slachtafval.

Vijf jaar geleden leek het er een grootse toekomst weggelegd voor biobrandstoffen. Europa verordonneerde een bijmengplicht van biobrandstoffen in benzine en diesel. Het aandeel moet oplopen tot 10% in 2020. Nederland verbruikt jaarlijks 8 miljard liter diesel. Alleen al in ons land is derhalve uiteindelijk een bioplas nodig van 800 miljoen liter, bij gelijkblijvend gebruik.

Ondernemers reageerden enthousiast. Vooral in biodiesel, dat te maken is van plantaardige en dierlijke vetten, is in Nederland veel geïnvesteerd. In totaal €400 miljoen voor een capaciteit van 1,5 miljard liter.

Door de nabijheid van de mondiale tophaven Rotterdam zagen ondernemers grote exportkansen. Zo bouwde Ecopark Harlingen een koolzaadfabriek met de bedoeling om te leveren aan biodieselfabrieken.

Hoe anders pakte het uit. Biodieselfabrikant Rosendaal Energy in Sluiskil ging medio vorig jaar faiiliet, energieconcern Delta staakte onlangs de productie van biodieselfabriek Biovalue in de Eemshaven en sindsdien staat de gloednieuwe fabriek in de etalage. Dutch Biodiesel in Rotterdam legde de productie geruime tijd stil en Ecopark Harlingen produceert wel koolzaadolie, maar dan voornamelijk voor de voedingsmiddelenindustrie.

Het merendeel van de fabrieken kampt met een enorme overcapaciteit. Geschat wordt dat slechts 20 procent wordt benut. De problemen zijn vooral ontstaan doordat Europa twee jaar lang overspoeld is met goedkope, gesubsidieerde biodiesel uit de Verenigde Staten.

Voor Europese bedrijven was het ondoenlijk om hiertegen te concurreren met biodiesel uit koolzaadolie. Uiteindelijk timmerde Europa een importheffing in elkaar, maar het duurde nog lang voordat de markt weer schoon was. Handelaren sloegen hun slag en vulden de depots en tanks nog even snel met goedkope biodiesel.

Daar kwam nog het heftige food-fuel-debat overheen. Daarbij speelde de ethische vraag of landbouwgrond wel benut mag worden voor energieproductie. Toenmalig milieuminister Jacqueline Cramer vond het eerst maar onzin, maar bond uiteindelijk in. Ze schroefde bijmengpercentage voor dit jaar terug van 5,75 procent naar 4 procent.

Bedrijven die goed hebben ingespeeld op deze bedreigingen zijn Sunoil Biodiesel in Emmen en Biodiesel Kampen. Zij zijn al in 2008 overgeschakeld op een goedkopere en nog duurzamere grondstof: afgewerkte frituurvetten en slachtafval.

Eind vorig jaar kregen deze bedrijven een extra steun in de rug van de eerder verguisde Cramer. Ze kwam met de regeling Dubbeltelling Betere Biobrandstoffen. Die bevoordeelt biobrandstoffen met een grote CO2 winst. Als oliemaatschappijen biodiesel uit frituurvet gebruiken, geldt de helft van de bijmengnorm. Dit jaar is dat dus 2 procent.

“Daardoor is een grote vraag naar ons type biodiesel ontstaan”, verklaren de directeuren Wilfred Hadders (Sunoil Biodiesel Emmen) en Cees Bunschoten (Biodiesel Kampen). Ook de onlangs geopende biodieselfabriek van Green Mills in Amsterdam draait op frituurvet en slachtafval. De populariteit van frituurvet heeft nieuwe bedrijvigheid gegenereerd. Zo heeft hergebruiktfrituurvet.nl inmiddels 1500 inzamelpunten bij supermarkten en milieustraten, waar particulieren hun frituurafval kunnen lozen. In Friesland gaat het om 102 punten, waaronder alle vestigingen van supermarktketen Poiesz.

Bedrijven die koolzaadolie of andere zogeheten eerste generatie grondstoffen gebruiken, hebben het nog steeds moeilijk. Dutch Biodiesel is wel weer opgestart, maar beperkt.

Hadders vindt dat biobrandstoffen een extra stimulans verdienen. “Nederland zit met een bijmengverplichting van 4 procent erg laag. Duitsland en Frankrijk zitten al op 6,75 procent.”

Ook pleit hij voor een soepeler accijnsregime. Voor biodiesel gelden dezelfde btw en accijns als voor gewone diesel, waardoor het circa 30 cent per liter duurder is. Daardoor zijn er amper mensen die rijden op pure biodiesel.

Critici plaatsen kanttekeningen bij het besluit om in te zetten op 10 procent biobrandstof. Zou het niet zinvoller zijn om te kiezen voor electrisch vervoer of voor biogas? Hadders:”De markt voor groen vervoer is nog zo jong. Je kunt nu niet zeggen op dit paard gaan we wedden. Voorlopig alle hens aan dek om de klimaatdoelen te halen.”

Stichting Natuur en Milieu vindt het gebruik van frituurvet en slachtafval voor biodiesel een hele verbetering. De CO2 winst van deze producten is groter dan die van biobrandstoffen uit koolzaad- en palmolie. De stichting wijst echter op een addertje onder het gras. Vanaf volgend jaar zal ‘frituurdiesel’ in meerdere lidstaten worden beloond met een lagere bijmengverplichting.

“Er zal een tekot ontstaan, waardoor we ons toch weer tot koolzaad en palmolie moeten wenden. Dat gaat ten koste van veel landbouwgrond en dat kan niet de bedoeling zijn”, aldus een voorlichtster.